Stemmingsstoornis

Esculaap Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Stemmingsstoornis
Coderingen
ICD-10 F30-F39
ICD-9 296
MeSH D019964
Portaal  Portaalicoon   Geneeskunde

Stemmingsstoornis is een verzamelnaam voor psychische aandoeningen waarbij de gemoedsstemming of emotie van de patiënt ziekelijk is verstoord of niet past bij de situatie waarin de patiënt verkeert.

De stemming van de patiënt kan depressief zijn, waarbij de gemoedsstemming bedrukt is, manisch, waarbij de stemming als pathologisch uitgelaten of ongeremd gezien kan worden, of hypomaan, bij een milde vorm van manie. Ook kan hiervan een combinatie optreden.

Stemmingsstoornissen vormen een aparte categorie in het DSM-5 en de ICD10 Hoofdstuk V waar ze als volgt zijn ingedeeld:

  • Stemmingsepisoden
    • Depressieve episode
    • Hypomane episode
    • Manische episode
    • Gemengde episode
  • Depressieve stoornissen
  • Bipolaire stoornissen
    • Bipolaire stoornis I
    • Bipolaire stoornis II
    • Cyclothyme stoornis
    • Bipolaire stoornis niet anderszins omschreven
  • Stemmingsstoornis door een somatische aandoening
    • Met depressieve symptomen
    • Met manische symptomen
    • Met gemengde symptomen
  • Stemmingsstoornis door alcohol of drugs
  • Stemmingsstoornis niet anderszins omschreven
· · Sjabloon bewerken
Basisemoties:Vreugde · Verdriet · Woede · Angst · Walging
Emoties, gevoelens en humeuren:adoratie · affectie · afgunst · agitatie · agressie · angst · apathie · begeerte · bewondering · bezorgdheid · defaitisme · depressie · eenzaamheid · empathie · enthousiasme · euforie · extase · frustratie · geluk · genot · haat · heimwee · hoop · hypochondrie · hysterie · irritatie · jaloezie · leedvermaak · liefde · lijden · medelijden · melancholie · misprijzen · nieuwsgierigheid · nostalgie · ongerustheid · onzekerheid · optimisme · overspannenheid · paniek · passie · preutsheid · razernij · saudade · schaamte · schuldgevoel · sehnsucht · spijt · stress · sympathie · tederheid · teleurstelling · tevredenheid · toxische positiviteit · transfobie · trots · verbazing · verdriet · verlegenheid · vernedering · verrassing · verrukking · verveling · vervreemding · vijandigheid · vreugde · vrolijkheid · walging · wanderlust · wanhoop · woede · wrok · zenuwachtigheid
Wereldbeeld:existentialisme · fatalisme · manipulatie · metafysica · nihilisme · optimisme · pessimisme · sociale rechtvaardigheid · vertrouwen · wantrouwen · weltschmerz