Getransponeerde matrix

Het bepalen van de getransponeerde matrix A T {\displaystyle A^{\text{T}}} van een matrix A {\displaystyle A} en hetzelfde nog een keer uitvoeren, zodat A {\displaystyle A} er weer komt.

In de lineaire algebra is de getransponeerde matrix of kortweg de getransponeerde van een matrix A {\displaystyle A} de matrix die ontstaat door een van de onderstaande twee acties op A {\displaystyle A} uit te voeren:

  • Schrijf de rijen van A {\displaystyle A} als de kolommen van A T {\displaystyle A^{\text{T}}} .
  • Schrijf de kolommen van A {\displaystyle A} als de rijen van A T {\displaystyle A^{\text{T}}} .

Als A {\displaystyle A} een vierkante matrix is komt dat er op neer dat A {\displaystyle A} om zijn hoofddiagonaal wordt gespiegeld. Als men hetzelfde voor de tweede keer uitvoert, is het resultaat de oorspronkelijke matrix A {\displaystyle A} , ook als A {\displaystyle A} geen vierkante matrix is.

A T {\displaystyle A^{\text{T}}} wordt ook geschreven als A {\displaystyle A^{\top }} of als A {\displaystyle A'} . De notatie A {\displaystyle A'} wordt in MATLAB voor de getransponeerde matrix van A {\displaystyle A} gebruikt.

De Britse wiskunde Arthur Cayley heeft de getransponeerde matrix in 1858 ingevoerd.[1]

Definitie

De getransponeerde matrix van een m × n {\displaystyle m\times n} -matrix A {\displaystyle A} is de n × m {\displaystyle n\times m} -matrix A T {\displaystyle A^{\text{T}}} gedefinieerd door:

A i j T = A j i {\displaystyle A_{ij}^{\text{T}}=A_{ji}} voor 1 i n , 1 j m {\displaystyle 1\leq i\leq n,\quad 1\leq j\leq m}

Voorbeelden

  • [ 1 2 3 4 5 6 ] T = [ 1 3 5 2 4 6 ] {\displaystyle {\begin{bmatrix}1&2\\3&4\\5&6\end{bmatrix}}^{\text{T}}={\begin{bmatrix}1&3&5\\2&4&6\end{bmatrix}}}
  • [ 1 2 3 4 ] T = [ 1 3 2 4 ] {\displaystyle {\begin{bmatrix}1&2\\3&4\end{bmatrix}}^{\text{T}}={\begin{bmatrix}1&3\\2&4\end{bmatrix}}}

Eigenschappen

Voor de matrices A {\displaystyle A} en B {\displaystyle B} en de scalair c {\displaystyle c} gelden de volgende eigenschappen van de transpositie-operatie:

  • ( A T ) T = A {\displaystyle (A^{\text{T}})^{\text{T}}=A}
De getransponeerde matrix van een getransponeerde matrix is de oorspronkelijke matrix. Transponeren is een involutie, een bewerking die haar eigen inverse is.
  • ( A + B ) T = A T + B T {\displaystyle (A+B)^{\text{T}}=A^{\text{T}}+B^{\text{T}}}
Transponeren behoudt optelling.
  • ( A B ) T = B T A T {\displaystyle (AB)^{\text{T}}=B^{\text{T}}A^{\text{T}}}
Merk op dat de volgorde van de factoren omdraait. Hieruit kan worden afgeleid dat een vierkante matrix A {\displaystyle A} inverteerbaar is dan en slechts dan als A T {\displaystyle A^{\text{T}}} inverteerbaar is en in dat geval is ( A 1 ) T = ( A T ) 1 . {\displaystyle (A^{-1})^{\text{T}}=(A^{\text{T}})^{-1}.} Dit resultaat kan worden uitgebreid naar het algemene geval van meer dan twee matrices. Dan geldt ( A B C ) T = C T B T A T {\displaystyle (AB\ldots C)^{\text{T}}=C^{\text{T}}\ldots B^{\text{T}}A^{\text{T}}} .
  • ( c A ) T = c A T {\displaystyle (cA)^{\text{T}}=cA^{\text{T}}}
De getransponeerde van een scalair is dezelfde scalair. Samen met (2) volgt daaruit dat transponeren een lineaire afbeelding is van de vectorruimte van m × n {\displaystyle m\times n} -matrices naar de ruimte van alle n × m {\displaystyle n\times m} -matrices.
  • sp ( A T ) = sp ( A ) {\displaystyle {\text{sp}}(A^{\text{T}})={\text{sp}}(A)}
Het spoor van een vierkante matrix is gelijk aan het spoor van zijn getransponeerde matrix.
  • det ( A T ) = det ( A ) {\displaystyle \det(A^{\text{T}})=\det(A)}
De determinant van een vierkante matrix is gelijk aan de determinant van zijn getransponeerde matrix.
  • rang ( A T ) = rang ( A ) {\displaystyle {\text{rang}}(A^{\mathrm {T} })={\text{rang}}(A)}
De rang van iedere matrix A {\displaystyle A} is gelijk aan de rang van de getransponeerde matrix A T {\displaystyle A^{T}} van A {\displaystyle A}
  • Het inwendige product van twee kolomvectoren a {\displaystyle a} en b {\displaystyle b} kan worden berekend als
a b = a T b {\displaystyle a\cdot b=a^{\mathrm {T} }b}
  • Als de matrix A {\displaystyle A} alleen reële elementen heeft, dan is A T A {\displaystyle A^{\text{T}}A} een positief-semidefiniete matrix.
  • Als A {\displaystyle A} een matrix is over een lichaam/veld, dan is A {\displaystyle A} gelijksoortig met A T . {\displaystyle A^{\text{T}}.}
  • ( A T ) 1 = ( A 1 ) T {\displaystyle (A^{\text{T}})^{-1}=(A^{-1})^{\text{T}}}
Voor een inverteerbare matrix A {\displaystyle A} is de getransponeerde van de inverse matrix de inverse van de getransponeerde.
  • Als A {\displaystyle A} een vierkante matrix is, dan zijn de eigenwaardes gelijk aan de eigenwaardes van zijn getransponeerde matrix.

Matrices met bijzondere eigenschappen onder transpositie

  • Een vierkante matrix die gelijk is aan zijn getransponeerde wordt een symmetrische matrix genoemd, dat wil zeggen dat A {\displaystyle A} symmetrisch is als geldt
A T = A {\displaystyle A^{\text{T}}=A}
  • Een vierkante matrix waarvan de getransponeerde ook de inverse matrix is, is een orthogonale matrix. Dat wil zeggen dat de matrix A {\displaystyle A} orthogonaal is als geldt
A A T = A T A = I {\displaystyle AA^{\text{T}}=A^{\text{T}}A=I} , waarin I {\displaystyle I} de eenheidsmatrix is
dus
A T = A 1 {\displaystyle A^{\text{T}}=A^{-1}}
De kolommen van A {\displaystyle A} zijn orthonormaal.
  • Een vierkante matrix die gelijk is aan de tegengestelde van zijn getransponeerde matrix, wordt een antisymmetrische matrix genoemd. Dat wil zeggen dat de matrix A {\displaystyle A} antisymmetrisch is als
A T = A {\displaystyle A^{\text{T}}=-A}
A ¯ T {\displaystyle {\overline {A}}^{\text{T}}}
Dit wordt vaak afgekort tot A {\displaystyle A^{*}} . Dus A = A ¯ T {\displaystyle A^{*}={\overline {A}}^{\text{T}}}
A   A ¯ T   =   A ¯ T   A {\displaystyle A\ {\overline {A}}^{\text{T}}\ =\ {\overline {A}}^{\text{T}}\ A}
Voetnoten
  1. A Cayley. A memoir on the theory of matrices, 1858. voor Philosophical Transactions of the Royal Society of London, 148, blz 17–37, getransponeerde op blz 31