Accenttekens in de Nederlandse spelling

Accenttekens zijn tekens die helpen bij de uitspraak van geschreven woorden. In de Nederlandse spelling zijn regels gesteld aan het gebruik van deze tekens.

Franse herkomst

In algemeen gangbare woorden van Franse herkomst worden de Franse accenttekens alleen gebruikt op de e — é, è en ê:

comité, coupé, crêpe, fêteren, scène, volière

De â, ô, û en á worden voor deze categorie woorden dus niet gebruikt:

paté, compote, ragout (Ter vergelijking de Franse vormen: pâté, compôte, ragoût.)

Vrouwelijke nevenvormen van woorden op -é krijgen geen -ée maar -ee:

attaché → attachee; prostitué → prostituee

Als de eerste lettergreep in het Frans bestaat uit een é of medeklinker(s) plus é, blijft het accentteken achterwege:

bechamelsaus, etage, rechaud, present

In niet-algemeen gangbare woorden en uitdrukkingen – die nog als zuiver Frans worden aangevoeld – blijven de accenttekens staan:

à, dégénéré, déjà vu, tête-à-tête

Klemtoonteken

Het klemtoonteken is het teken ΄. Als de klank met meer dan één letter wordt weergegeven, krijgen de eerste twee letters een accentteken[1]:

dé, jé van hét, búíten, ééuwig, voorkómen, vóórkomen.

Maar bij een digraaf 'ij' lukt dat laatste wegens technische beperkingen soms niet:

blíjf! / blíȷ́f!

Vóór de spelling van 1995 gebruikten sommige auteurs het teken ` (accent grave) met korte klinkers en het teken ´ (accent aigu) met lange klinkers[1], en in klinkers en tweeklanken die uit twee verschillende letters bestaan kreeg alleen de eerste letter het klemtoonteken:[2][3][4][5][6][7]

dè, jè van hèt, búiten, ééuwig, voorkómen, vóórkomen, blíjf!

Uitspraakteken

De tekens ΄ en ` worden ook gebruikt om de uitspraak van de letter e aan te geven: de ΄ voor /ee/ en de ` voor de /e/:

hé, hè, één, blèren

Andere tekens

In anderstalige woorden, vooral in eigennamen, komen verschillende andere tekens voor: diakritische tekens.

Frequentie

Een analyse op de woordenlijst van OpenTaal (ruim 300.000 woorden) uit 2011[8] telde de volgende frequenties voor de daarin voorkomende letters met accenten:

Letter Frequentie
ë 1852
ï 680
é 562
è 330
ö 235
ê 86
ü 75
ç 22
à 21
û 12
î 11
ñ 8
ä 5
ô 3
Bronnen, noten en/of referenties
  • Accenttekens, Nederlandse Taalunie
  • Klemtoonteken en uitspraaktekens, Nederlandse Taalunie
  1. a b Renkema, Jan (2002). Schrijfwijzer. Sdu, p. 314. ISBN 90 12 09023 7.
  2. Taalbeheersing in de administratie. U.G.A., Heule (1962), p. 327. Gearchiveerd op 30 oktober 2022 "In een gesloten lettergreep met twee gelijke klinkertekens plaatst men op elke klinker het klemtoonteken."
  3. Onze Taal (1967). Wèl of wél?. Onze Taal 36 (3): 35. Gearchiveerd van origineel op 3 november 2022.
  4. Renkema, Jan (1987). Schrijfwijzer. Staatsuigeverij, 's-Gravenhage, p. 159. ISBN 90 12 03782 4 "Als de lange klinker uit twee dezelfde letters bestaat, schrijft u tweemaal een ´."
  5. Onze Taal (1989). Vraag en antwoord: Klemtoontekens. Onze Taal 58 (11): 189. Gearchiveerd van origineel op 29 september 2022.
  6. Onze Taal (1990). Vraag en antwoord: Weerzien met de datief. Onze Taal 59 (1). Gearchiveerd van origineel op 29 september 2022.
  7. van der Horst, Peter J., "Puntjes op de ï", Algemeen Dagblad, 26-01-1991, p. Onderwijs & Wetenschap 1. "Op twee gelijke klinkers zetten we tweemaal ´: óók, dáár, één."
  8. van Geloven, Sander, Karakterfrequentie, OpenTaal, 3 september 2011. Gearchiveerd op 26 januari 2021.
· · Sjabloon bewerken
Nederlands
Spelling:Nederlandse spelling · Nederlandse spellingregels · dt-fout · aardrijkskundige namen · accenttekens · achternamen · afbreken · apostrof · Groene Boekje · hoofdletter · koppelteken · liggend streepje · onjuist spatiegebruik · paarde(n)bloemregel · smurfenregel · Spellingwijzer Onze Taal · trema · tussen-n · tussen-s · alternatieve spelling
Grammatica:Nederlandse grammatica · croma-zin · hete hangijzers · inversie · samentrekking
Zelfstandig naamwoord: geslacht · haar-ziekte · meervoud · samenstelling
Persoonlijk voornaamwoord: du · haar · hem · hen/hun-onderscheid · hij · hun als onderwerp · ik · jij · gij · jou · jullie · men · mij · ons · u · wij · zij
Wederkerend voornaamwoord: zich
Bijvoeglijk naamwoord: buigings-e
Werkwoord: vervoegingen · sterk en onregelmatig · onregelmatig · 't kofschip · voltooid deelwoord · rode en groene werkwoordsvolgorde
Voorzetsels
Modaal partikel
Fonologie:zachte g · Gooise r · klankinventaris · Poldernederlands · Assimilatie (taalkunde)
Variëteit:Standaardnederlands · Nederlands in Nederland · ... in België · ... in Suriname · Verschillen tussen het Nederlands in België, Nederland en Suriname · Nederlandse dialecten (Hollands · Brabants · Vlaams · Zeeuws · bdht-klinkerregel)
Geschiedenis:geschiedenis van het Nederlands · geschiedenis van de Nederlandse spelling · Oudnederlands · Middelnederlands · Vroegnieuwnederlands · Nieuwnederlands